Leerlingpagina afscheidsmusicals
  • Home
  • Welke rol heb jij?
  • Tips bij acteren
  • JINGO's filmgallerij
  • Zangtips
  • Toi'tjes maken
  • Afscheidsmusical-spelletjes
  • Weblog
  • Vragen?

Toneel: TONEELBEELD

10/2/2016

0 Comments

 

Een scène speelt zich af op het toneel. Op het toneel zijn meestal decors te zien.
De personages dragen kostuums en soms ook pruiken én zij worden gegrimeerd. Daarnaast zet de belichting een spannende sfeer mee. Kortom: alles wat op het toneel te zien is, heet het toneelbeeld.
In de volgende oefeningen gaan wij geen kostuums, pruiken, grime en belichting gebruiken. Wij vormen een toneelbeeld met de personages zelf, want hoe de personages op het toneel staan is ook een belangrijk onderdeel van het toneelbeeld.
Zo kunnen de houding van de personages en hun plaats op het toneel veel zeggen over de ruimte. Als alle personages bijvoorbeeld aan één kant van het toneel staan en één persoon ligt op zijn rug op de vloer aan de andere kant van het toneel, zou het kunnen zijn dat hij in het zwembad ligt. Een ander personage kan dus niet zomaar over dat zwembad ‘heenlopen’.
In de volgende oefeningen gaan we aan de slag met het creëeren van een toneelbeeld: 



2.5.a    Een wandeling 
Alle leerlingen lopen door de ruimte. De leerkracht noemt vervolgens verschillende plaatsen waarop of waarin de kinderen gaan bewegen:
- Op de maan
- Op hete kolen
- In het zwembad
- Op de schaatsbaan
- In een moeras 
- Met je tenen in de koude zee
- In de woestijn
- Op een hoge, steile berg
- Op een springkussen
- In een bak met zachte watten
- Over een balk
- Op kieselstenen

Als de leerkracht in zijn handen klapt loopt elke leerling weer normaal.

Foto
0 Comments

October 02nd, 2016

10/2/2016

0 Comments

 

Een dialoog is een gesprek tussen twee of meer personen. Het woord is een samenstelling van de Griekse woorden logos (woord, taal) en dia (door). Iemand die in z’n eentje een tekst voordraagt, heet een monoloog. Het Griekse woord monos betekent één of alleen.
Alle dialogen van bijvoorbeeld de kerst- of afscheidsmusical vormen gezamenlijk de theatertekst. In de volgende opdrachten gaan we oefenen om een dialoog te starten. 


Opdracht 'Even tussendoor':
In deze oefening wordt een doodnormale scène gespeeld. Echter zorgen twee briefjes met zinnen die van tevoren bedacht zijn voor een opmerkelijke wending in het spel.

De groep bedenkt een aantal zinnen met de woorden ‘even tussendoor’ ervoor en schrijven deze zinnen op een briefje. Voorbeelden zijn:
- Even tussendoor, het spijt me verschrikkelijk, maar…
- Even tussendoor, waar ken ik jouw eigenlijk van?
- Even tussendoor, hoe oud ben je eigenlijk?
- Even tussendoor, wat bedoel je daar eigenlijk mee?
- Even tussendoor, heb je zin om een potje te voetballen?
- Even tussendoor, waarom doe je altijd zo ingewikkeld over dit soort zaken?
- Even tussendoor, jij bent toch zo goed in zingen?
- Even tussendoor, je begrijpt toch wel dat het een grapje was?
- Even tussendoor, heb je nog steeds contact met de koning?
- Even tussendoor, jij had toch een heel goed idee?
- Even tussendoor, jij woont toch al 5 jaar in Spanje?
- Even tussendoor, kan ik je verder nog ergens mee helpen?

De spelers:        
Twee spelers starten met het spelen van een scène, maar voordat ze beginnen, krijgen ze twee briefjes aangereikt. Let op dat de spelers de briefjes nog niet lezen! De spelers praten over de vakantie, hun werk, hun hobby’s, hun woonplaats, de hoeveelheid huiswerk die ze krijgen of het instuderen van de musical.

Tijdens de scène geeft 1 persoon uit het publiek een seintje dat personage 1 zijn of haar briefje mag openmaken. Diegene moet de zin opnoemen, alsof het gewoon in de dialoog past. Soms kan dit gekke taferelen opleveren, maar probeer ervoor te zorgen dat dit heel normaal lijkt.
De tegenspeler moet hierop reageren en de briefjes beïnvloeden daarmee de scène. De kunst is om ervoor te zorgen dat de zin heel normaal lijkt in het dialoog. Lukt dit niet? Geen probleem. Dan ga je door waar je was gebleven met de scène.

Vervolgens geeft een andere leerling een seintje voor personage 2. Dit werkt hetzelfde. Als er twee briefjes gekozen zijn, wisselen we van spelers. 

Foto
0 Comments

Toneel: SAMENWERKEN

10/2/2016

0 Comments

 

Ieder mens heeft emoties, dus ieder personage ook (tenzij je een robot speelt!).
Op de emotiekaart is een overzicht van allerlei soorten emoties te zien. Hier kun je een emotie uitkiezen voor de oefeningen die gaan over emoties. In de volgende oefeningen gaan we aan de slag om deze te spelen. 
 

Opdracht 'Goedemiddag':
Alle leerlingen lopen door de ruimte. Als ze elkaar tegenkomen, geven ze elkaar een hand en zeggen ‘Goedenmiddag!’ Vervolgens gaan ze hier variaties op verzinnen. De leerkracht noemt verschillende situaties:
- De andere persoon is jouw grote idool. 
- De andere persoon heb je al 5 jaar niet meer gezien. 
- De andere persoon is naar de kapper geweest. 
​- De andere persoon heeft een koptelefoon op en kan jouw niet horen.

Foto
0 Comments

Toneel: EMOTIES

10/2/2016

0 Comments

 

Ieder mens heeft emoties, dus ieder personage ook (tenzij je een robot speelt!).
Op de emotiekaart is een overzicht van allerlei soorten emoties te zien. Hier kun je een emotie uitkiezen voor de oefeningen die gaan over emoties. In de volgende oefeningen gaan we aan de slag om deze te spelen. 
 

Opdracht 'Goedemiddag':
Alle leerlingen lopen door de ruimte. Als ze elkaar tegenkomen, geven ze elkaar een hand en zeggen ‘Goedenmiddag!’ Vervolgens gaan ze hier variaties op verzinnen. De leerkracht noemt verschillende situaties:
- De andere persoon is jouw grote idool. 
- De andere persoon heb je al 5 jaar niet meer gezien. 
- De andere persoon is naar de kapper geweest. 
​- De andere persoon heeft een koptelefoon op en kan jouw niet horen.

Foto
0 Comments

Toneel: PERSONAGES

10/2/2016

0 Comments

 

Acteurs en actrices spelen in een film of toneelstuk vaak een personage. Ook in de musical komen veel personages voor.
In een film of toneelstuk kunnen veel verschillende soorten personages voorkomen.
Zo is er vaak een hoofdpersonage en zijn er bijrollen en figuranten, maar ook kunnen personages fantasiefiguren zijn. Zoals elk mens, heeft een personage ook gevoelens, emoties, hobby’s en een familie. Vaak speelt één van deze dingen een rol in het spel of bepaalt het waarom een personage bepaalde dingen doet of zegt. Ga aan de slag met het creëeren van een personage met behulp van de volgende opdrachten:


Oefening 'Dubbelganger':
De leerkracht schrijft voor iedere leerling een briefje met een personage. Iedere leerling moet een ‘dubbelganger’ hebben. De personages moeten dus 2x op een verschillend briefje geschreven worden en verdeelt worden over 2 bakken. Splits de groep in tweëen en laat de groepen uit de verschillende bakken een briefje grabbelen. Groep één begint met spelen en andere groep is publiek. Het publiek raadt wie zijn of haar dubbelganger is.
 
De speler:      
Lees je briefje en bedenk welke manier van praten, lopen en bewegen dit                     personage heeft. Zoek een plaats in de ruimte en beeld het personage uit. Maak het niet te makkelijk, maar zorg ervoor dat jouw dubbelganger het wel kan raden.
 
Voorbeelden personages:
Schaatsen - Gitarist - Dief - Bewaker - Héél bang persoon - Dirigent - Schrijver - Baby'tje - Agent - Buschauffeur - Oude opa - Jager - Operazanger - Cameraman - Spion - Diskjockey - Waarzegger - Tandarts - Postbode - Ober - Goochelaar - Schilder - Kapper - Kok - Reus - Ballerina
 
Lever de briefjes in, grabbel nog een keer en draai de groepen om. 

Foto
0 Comments

Rolbiografie

10/2/2016

0 Comments

 
Download de rolbiografie in PDF

Rolbiografie

In SELFIE de musical gaan jullie zélf het verhaal en dus ook de personages verzinnen. De rolbiografie helpt je bij het creëren van de personages. Door zoveel mogelijk vragen in te vullen, helpt het je na te denken over wie jouw personage is. Misschien is niet alle informatie uiteindelijk relevant, maar dat is niet erg. Je hebt in ieder geval een goed beeld van jouw rol. 

TIP: Gebruik je fantasie! Als je op sommige vragen het antwoord niet weet vul je ‘weet ik niet’ in.

Foto

Naam: ………………………………………………………………
Naam Personage: …………………………………………………

Wie ben ik?
Hoe oud ben ik?
Uit welk land kom ik?
Welke kleur haar heb ik? 
Wat voor soort kleding draag ik?
Draag ik een bril, snor, baard, sieraden, muts of hoed?
Hoe praat ik?
Hoe beweeg ik?
Ben ik rijk, arm of iets daartussen in?
Heb ik verkering? Of ben ik getrouwd?
Zit ik op school? Of heb ik een baan?
Wat zijn mijn hobby’s?
Waar ben ik héél goed in?
Wat zijn mijn goede karaktereigenschappen?
Wat zijn mijn slechte karaktereigenschappen?
Wat wil ik in de voorstelling bereiken?

0 Comments

Theateroefening: hoe laat is het?

10/2/2016

0 Comments

 

Je kunt de volgende vragen op verschillende manieren stellen. Bijvoorbeeld alsof je de vraag al voor de tweede keer stelt of alsof je echt nieuwsgierig bent naar het antwoord. Of met een bepaalde emotie in je stem (download hiervoor de emotiekaart).
Je mag de zinnen zelf aanvullen met extra woorden.
 
1. Wil jij een bosje bloemen van mij kopen?
2. Hoe laat is het?
3. Hoe laat gaan we eten?
4. Moet ik nu al naar huis?
5. Mag ik mijn huisdier mee naar binnen nemen?
6. Hoe lang duurt het nog?
7. Weet jij een leuke mop?
8. Waarom mag ik niet naar de kermis?
9. Zag jij ook een muis lopen?
10. Waar gaan we nu naartoe?
11. Wil je een kop thee of koffie?
12. Hoe heet je ook alweer?
13. Waarom mag zij wel een ijsje en ik niet?
14. Welk boek kan ik het beste kiezen?
15. Wie was die meneer die jij net sprak?

Foto
0 Comments

Tip: scènes oefenen

10/2/2016

0 Comments

 

Scènes oefenen: 

Begin het oefenen van de scènes met de scripts bij de hand. Zo kun je de tekst leren kennen en spelen met verschillende intonaties. Bedenk welke emotie bij de tekst hoort (blij, bang, boos, verdrietig, teleurgesteld). Geef een cijfer tussen de 1 en 10. 
Bij 1 speel je de emotie heel klein en bij 10 speel je de emotie groot en overdreven. Probeer verschillende manieren van spelen uit.

Verder kun je oefenen met:
- Het heel zacht en ingetogen uitspreken van de tekst
- Hard en duidelijker spreken
- De tekst zo langzaam mogelijk uitspreken
- Gebaren met je handen bij de tekst gebruiken.

Oefen de tekst thuis en markeer je eigen tekst met een gele marker-stift.

Tip: Het is óók belangrijk dat je weet wannéér je de tekst uit moet spreken. Daarom moet je ook de tekst van de speler vóór jou kennen. Help elkaar hierbij!

Foto
0 Comments

Toneeloefeningen: goedenmiddag en een wandeling

10/2/2016

0 Comments

 

Toneeloefeningen: Deze twee toneeloefeningen (‘goedenmiddag’ en ‘een wandeling’) zorgen ervoor dat de leerlingen leren improviseren.
 
Goedemiddag: Alle leerlingen lopen door de ruimte. Als ze elkaar   tegenkomen, geven ze elkaar een hand en zeggen ‘Goedenmiddag!’
Vervolgens gaan ze hier variaties op maken. De leerkracht noemt verschillende situaties:
- De andere persoon is jouw grote idool. 
- De andere persoon heb je al 5 jaar niet meer gezien. 
- De andere persoon is naar de kapper geweest. 
- 
De andere persoon heeft een koptelefoon op en kan jou niet horen.  

Een wandeling: Alle leerlingen lopen door de ruimte. De leerkracht noemt vervolgens verschillende plaatsen waarop de kinderen gaan lopen: op de maan, in een moeras, met je tenen in de koude zee, in de woestijn en op een springkussen. Als de leerkracht in zijn handen klapt loopt elke leerling weer normaal.

Foto
0 Comments

    Auteur

    Schrijf iets over uzelf. Maak u geen zorgen over toeters en bellen, een overzichtje volstaat.

    Archieven

    October 2016

    Categorieën

    All
    Decors
    Duurzaamheid
    Filmpjes
    Kostuums
    Rekwisieten
    Rollen
    Tips & Tricks
    Toneeloefeningen
    Wist Je Dat?
    Zangoefeningen

Powered by Create your own unique website with customizable templates.
  • Home
  • Welke rol heb jij?
  • Tips bij acteren
  • JINGO's filmgallerij
  • Zangtips
  • Toi'tjes maken
  • Afscheidsmusical-spelletjes
  • Weblog
  • Vragen?